Bangladesh.

Klik hier voor de foto's

Na eindelijk de grens gevonden te hebben tussen India en Bangladesh en met alle stempels op onze papieren konden we weer aan een nieuw avontuur beginnen. Een land met de grootste bevolkingsdichtheid op de wereld. Afgezien van Singapore en Vaticaanstad natuurlijk.
En ook een land wat op de lijst van corruptie op nummer 3 staat. Het land bestaat ook voor 70% uit water en daardoor is het land ook bekend van de vele overstromingen. Maar genoeg feiten we hadden er zin in, een nieuw land met een nieuw avontuur. We kenden maar 1 stel die dit land had aangedaan. Dus veel was er niet Weer een nieuw schrift over bekend. Er komen hier zelden toeristen en als ze er komen dan zijn het meestal mensen van ngo’s (non government organisations) ontwikkelingswerkers die zelfstandig werken en die de arme mensen hier komen helpen. Dus wij vol goede moed aan het rijden. De borden zijn hier in een nieuw schrift voor ons, in het bengaals. Niet te ontcijferen, en met auto rijden erg lastig. Straatnaam bordjes zijn natuurlijk helemaal nergens te vinden en mensen die engels spreken zitten met z’n allen in een hooiberg. Dus we waren weer blij met onze gps (kompas) zodat we wisten welke kant we opreden.

Het was wel weer totaal anders als in India het was stil op straat, bijna geen auto’s (dus geen toeters) maar wel honderd duizenden fietsers, en riksja’s echt overal.
Dat het zo dichtbevolkt was kwamen we ook al snel achter. We reden ergens in de middle of nowhere we zagen voor het eerst niemand en dachten hier kunnen we wel Jutte stoppen om even een appeltje te eten, even te  rusten en natuurlijk ook voor de nodige sanitaire stop. In ongeveer 5 minuten stonden er 50 mensen om ons heen. Diverse mensen kwamen vanuit de bossen de weg op, mensen op de fiets die voorbij kwamen stopte gelijk en later stopte er zelfs een bus. Ze staan ongeveer een meter van je vandaan en zeggen niks maar staren je alleen maar aan. Het leek wel of we iets super speciaals waren. Maar ze waren wel erg aardig en we voelde ons niet echt bedreigd. Aan het staren moesten we aardig wennen. Al met al appeltje opgegeten en de sanitaire stop maar even laten zitten en aangereden. We waren weer blij dat we een eigen wc’tje in ons buske hebben staan, want je kon echt nergens stoppen of er waren wel mensen. Allemaal ontzettend arm maar wel met een glimlach op hun gezicht en als we voorbij kwamen druk zwaaien. Daar zouden we in Europa nog wel wat van kunnen leren. Dat het land voor 70% uit water bestaat geeft 1 groot nadeel muggen. We wisten niet zeker of het malaria gebied was maar al met al zijn we het land met heel wat muggenbulten door gekomen en geen malaria opgelopen. We reden langs rivieren waarvan de oevers 20km van elkaar verwijderd zijn echt bizar om te zien erg ondiep maar overal zijn ze aan het vissen. Ook wordt hier een soort waterplant uit het water gehaald en daarvan worden (volgens ons) juten zakken gemaakt. Één van de grootste export materialen van Bangladesh. Dat alles nu tegenwoordig in plastic zakken wordt vervoerd is voor het lands economie niet echt geweldig.
De eerste stad waar we doorheen reden gingen we op zoek naar een hotel en als het even kon met parkeerplaats. Vrij kamperen leek ons in dit land niet zo’n Ranpur palace goed idee. Moraal van het verhaal er was maar één hotel in de stad. Wat we na een uurtje met wat handgebaren gevonden hadden.
We kregen 2 man bewaking voor ons buske dus daar waren we wel erg blij om.’s-middags zijn we op een riksja naar een kasteel in de buurt gegaan, we weten nu helemaal hoe de koning en de paus zich voelen als ze aan het zwaaien zijn. Heel veel mensen zwaaide en degene die engels spraken lieten zich op straat ook horen. Zo hoorde je uit het niets: thank you, of good morning. Als je dan wat terug zei begonnen ze te lachen en het bleek snel dat good morning het enige was wat ze wisten.

FF lekker poepen De volgende morgen stonden er 10 gesluierde vrouwen op een afstand te kijken naar Martine zonder hoofddoek die in ons buske zat. Toen Frank wegging kwamen ze gelijk naar Martine toe om goed te kijken. Met diverse handgebaren gingen er vragen over en weer. In Bangladesh leven de moslims en hindu’s door elkaar wat een mooi gezicht is. Dus een hoofddoek is niet echt nodig.
Geldautomaten zijn op 2 plaatsen in Bangladesh te vinden in hoofdstad Dhaka en in Chittagong. Al met al we moesten geld gaan wissel in een bank. Overal in de bank lagen grote boeken. Opgestapeld op kasten en naast kasten en heel veel omgevallen stapels. In kasten waarin de kastplanken zaten waren die meestal door gebogen van de zware boeken. Hoe ze hier ooit iets kunnen terug vinden is voor ons een raadsel. Ze hadden 1 computer met een dikke laag stof erop. Die volgens ons nog nooit is aan geweest
Na 1,5 uur en vele boeken ingevuld te hebben en diverse papieren met stempels, konden we onze dollars wisselen voor de lokale taka munt en konden we ons hotel betalen.
En dan denk je weer hoe makkelijk het is in Europa je loopt naar de automaat toetst wat in en de flappen rollen eruit.

bamboe bamboe en bamboe We konden weer verder rijden en reden door heel veel rijstvelden en grote bossen van bamboe. Op het platteland was alles wel erg schoon mede dankzij de goede en brede wegen. Het was er lekker warm maar ook erg vochtig wat er voor zorgde dat er weinig stof was. Maar door de hoge vochtigheidsgraad (80%) zweten we ons wel weer de tandjes. Zweet tot in de bilspleet en andere riepen het is aan het gieten tussen de tieten. Tijdens het rijden kwamen we ook weer bussen tegen. In India zijn de busschauffeurs gestoord maar in Bangladesh hebben ze helemaal geen hersens. En we hebben af en toe gedacht “dit is het einde dat doet de deur dicht” (dat is lang geleden).
In de hoofdstad werden we diverse malen gesandwiched. Maar daar komen we later nog wel even op terug.
Langzaam zijn we richting het zuiden gereden door hele grote rijst velden en konden 100 km voor Dhaka geen slaapplaats meer vinden. We kwamen dus in het donker aan rondom Dhaka een stad van 16 miljoen inwoners. We zagen onderweg heel veel fabrieken waar met de hand kleding gemaakt wordt. Grote afdelingen met licht waar honderden mensen zitten te werken voor kleding die merendeel voor America is bestemd. De mensen werken hier 6 dagen per week 11 uur op een dag. En dan krijgen ze per dag zo’n 12 euro voor. We zijn later bij zo’n fabriek stiekum naar binnen gegaan en wat rond gekeken en we kregen een hele rondleiding wat wel heel leuk was. De kleding wordt ook op straat aangeboden en kost ongeveer € 0,30 voor een goed t-shirt.
Maar we kwamen aan in Dhaka en we weten niet waarom, maar om de één of andere reden komen we in grote steden altijd ’s-avonds aan. Hier was het echt gekkenhuis op straat. De bussen zijn allemaal heftig beschadigd en auto’s die er rijden ook. Meerendeel van de auto hebben rondom een ijzere beugel gemonteerd zodat ze een stootje kunnen hebben. We zijn wel 10 keer tussen bussen terecht gekomen die langzaam naar elkaar toe kwamen. Het voelde of we een broodje knakworst werden. Gelukkig zijn we al de keren met veel toeterwerk en grootlicht er zonder schade uit kunnen komen. Maar we dachten dat we het al heftig hadden mee gemaakt met het rijden maar dit was echt de topper. We hebben later in de stad dan ook de taxi gepakt of de riksja in plaats van zelf te rijden.
Wat natuurlijk in de grote stad ook weer wennen was waren de moskeeën die s-nachts om 4 uur weer goed te horen waren. Dit hadden we een tijdje “gemist”. In de stad Dhaka was het verschil tussen rijk en arm goed te zien, er reden dikke mercedesen en jeeps rond. Maar aan de andere kant van de straat staan de mensen met helemaal niks weer te bedelen om geld.
Sommige bedelaars liggen op straat missen wat armen en benen en liggen daar te kermen. Veel armer kun je het niet hebben. Het was voor ons ook weer even wennen van het schone platteland naar de drukke stoffige stad met veel luchtvervuiling.
We hadden ook hier weer een lekker hotelletje met 2 bewakers voor de bus. Met de riksja (fiets taxi) hebben we de stad een beetje verkend (er zijn meer dan 600.000 riksja’s in Dhaka) en zijn naar “de” rivier gegaan die dwars door Dhaka stroomt. Met een bootje zijn we het water opgegaan. Op het water was het net zo druk al op koninginnendag in Amsterdam. En er varen natuurlijk hele grote boten tussendoor. De rand van het bootje waar we opzaten was ongeveer 15 cm boven het water. Dus bij elke golf dachten we dit wordt zwemmen in het zwarte water. Na een uurtje varen kwamen we op een plek waar we allebei wel van schrokken. Mensen leefden Blote voeten door het puin op de stinkende plastic afvalbergen. Martine durfde bijna niet te ademen zo stonk het er. De achterkanten van de flats loosde alles in een sloot maar daar was de afgelopen 5 jaar geen water meer geweest. Op het afval stonden wat aggregaten die sommige mensen van stroom voorzagen en die hadden een tl lampje branden. Overal overal afval waar je overheen liep. Een vuilstort in Nederland was schoner als dit, en daar woonden ze dan op. Natuurlijk waren we hier helemaal een atractie en er liepen ongeveer 30 kinderen achter ons aan bijna allemaal op blote voeten. Echt veilig voelde we ons niet ondanks dat iedereen ontzettend vriendelijk was en dat er boven verwachting redelijk engels gesproken werd. Allebei erg onder de indruk van de schokkende beelden die we gezien hadden zijn we snel weer in een bootje gestapt om naar de andere kant van de rivier te geraken. Toen we weg voeren met het bootje stonden onze fans ons uit te zwaaien wat wel een heel mooi gezicht was.

Wat een aparte haren Aan de andere kant was een oud kasteel waar we rustig konden zitten dachten we. Martine kreeg bezoek van een meisje dat haar blonde haar (zonder hoofddoek) wel erg apart vond en wilde dat graag bekijken en natuurlijk voelen. We zaten op een boomstam (toen we gingen zitten leeg) maar 2 minuten later helemaal vol en er omheen met mensen die ons van zo dichtbij mogelijk wilde zien.
We zijn de volgende dag naar het visum kantoor in Dhaka gegaan samen met iemand van het hotel omdat we een probleem hadden met ons visum. Daar stond in vermeld dat we het land in komen “by land” en bij uitgaan (exit) stond niks wat inhoudt dat we Bangladesh via het land verlaten.
Maar onze bedoeling was om ons buske in Bangladesh in een container te stoppen en dan te laten verschepen naar Singapore. En dan zelf met het vliegtuig naar Singapore te vliegen.
Dit moet omdat het land Myan Mar (Birma) geen buitenlandse auto’s toelaat. En als we naar zuid oost Azie wilde gaan was dit de enige oplossing.
Dus we wilden graag een stempeltje “by air” op ons visum hebben. We hadden gevraagd als we zonder dit stempeltje op het vliegveld kwamen wat er dan zou gebeuren en volgens diverse bronnen kwamen we het land niet uit via de lucht maar moesten we dan via land het land verlaten, en ons buske zit dan in de container dus wordt het wat moeilijk. Dus onze tolk van het hotel alles uitgelegd aan de de imigratiedienst en alle papieren met stempels en pasfoto’s ingeleverd. Over 4 dagen zouden we een papiertje op kunnen komen halen met stempel “by air” en een verhaal erbij zodat we het land konden verlaten. Gelukkig hoefden we ons paspoort niet achter te laten in de papieren puinhoop. (hadden we ook niet gedaan!) Het ophalen van dit papiertje komen we later op terug als we weer terug komen in Dhaka na 9 dagen.

We zijn met ons buske rustig naar het zuiden gereden, hier kwamen we langs een kust waar ze oceaanschepen slopen. Dit schijnt niet helemaal te gaan hoe het moet want je mag nergens kijken. Er gebeuren heel veel ongelukken en het strand is helemaal zwart van de troep en olie. De schepen worden met hoog tij zo hard mogelijk de kant op gevaren en dan in 4 maanden helemaal gedemonteerd. Helaas hebben we een strand landing niet kunnen zien. Alles is afgesloten en je mag nergens kijken. Maar het is altijd het proberen waard. Dus bij 1 hek vriendelijk zwaaien en ’t hek ging open en doorrijden maar. Bij ‘t volgende hek vlak bij t water werden we vriendelijk maar zeer duidelijk weggestuurd. Dit op nog wat plaatsen geprobeerd want we wilden het toch wel zien. Bij één bedrijf hadden we mazzel en mochten we het strand op. Na de eerste foto’s gemaakt te hebben kregen we te horen dat dat niet mocht. Oeps.
Met handen en voeten legden ze wat uit en was leuk om te zien, maar niet helemaal goed voor het milieu en de mensen zelf. Op de grote weg zie je ook allemaal onderdelen te koop liggen van de oceaanschepen. Van grote motoren tot keuken nboedels aan toe. Frank wilden nog wat oude noodfakkels kopen ( €0,50) voor nieuwjaar maar Martine vond dit niet zo’n heel goed idee. Helaas pindakaas voor .... Frank.
Wij zijn verder afgezakt naar de havenplaats Chittagong. Hier moest het gebeuren en moesten we een container gaan regelen die ons buske naar Singapore zou gaan brengen.
Al was deze stad weer groot met veel open riolen die heerlijk roken naar aardbeien. De electrische tijd viel ontzettend vaak uit zodat iedereen eigen aggregaten heeft staan. In de buurt waar ons hotelletje was, waren ontzettend veel kledingfabrieken met grote aggregaten die grote zwarte rookwolken uitstoten. Waardoor er elke dag een grote laag roet op ons buske lag.
Het regelen van de container ging boven verwachting snel en we konden over 4 dagen al laden. En de organisatie die dit regelde daar hadden we een goed gevoel bij. Ook hadden we nog een regelaar voor al het papier en stempel werk zodat we hier niet de mist mee in konden gaan.
We hadden 4 dagen over om nog een stukje Bangladesh te verkennen. Dus op naar het oosten van Bangladesh bij de grens van Birma. Het schijnt tribal area te zijn en daar moet je een vergunning voor hebben. Die we natuurlijk niet hadden.  Wij zijn die kant op gereden en bij de eerst militaire post hielden ze ons natuurlijk al aan. Hier kwam de vraag of we een vergunning hadden voor het gebied te betreden. Uitgelegd met handen en voeten dat we die vergeten waren aan te vragen en gelijk het verzoek om ons te laten zien hoe zo’n vergunning eruit zag.
We kregen de vergunning te zien, hebben hem over geschreven en ondertekend, aan de militair laten zien en gezegd: je wilt een vergunning, alsjeblieft
Met grote verbazing ging de slagboom open en mochten we door rijden.
Echt gewend aan buitenlands toeristen zijn ze niet. In het oosten zijn we in de bergen bij een mooi berg gebied aangekomen. Hier hadden we een hotelletje gezien en een bon ingevuld dat we er ’s-avonds wilde slapen. Het was wel een beetje duur maar ons buske stond er goed. Wij verder het gebied ingereden en kwamen bij een mooie plaats met hotel aan het water waar we (na veel gezeur) voor de deur in de bus konden slapen. (hier kwamen we vol verbazing 4 meiden tegen uit Nederland die onderzoek deden naar  het drinkwater). Nooit verwacht.
We vroegen aan de hoteleigenaar van het hotel aan het water om te bellen naar het eerste hotel om te zeggen dat we niet kwamen. Dat was niet zo makkelijk als we dachten. We moesten terug naar het eerste hotel en konden deze niet cancellen. En dit om 11:00 uur s-morgens! Wij teruggereden. Netjes uitgelegd dat we niet kwamen, we hadden de kamer nog niet eens gezien!! We moesten betalen!! Want we hadden de bon ingevuld. Na een half uur heen en weer gezeur pakte Martine de bon zette er een groot kruis doorheen en schreef erop “sorry we do not sleep here” De man achter de balie werd groen blauw en daarna rood van woede. Wij liepen rustig naar ons buske met de man schreeuwend achter ons aan samen met de beveiligingsman. We stapte in de bus deden de deuren op slot en reden aan. Het enige wat we hoorden was de man roepen “politie” Wij aangereden en toevallig kwamen we een restaurantje tegen met ernaast het politiebureau. Even een colaatje gedronken bij het restaurant en vrienden gemaakt bij de politie.
Daarna door gereden naar het 2de hotel waar we een stukje wilde gaan varen over het water.
Het eerste hotel had gebeld naar het 2de hotel, de man was erg boos en zei dat de politie wel contact met ons zou opnemen. Het blijft spannend. Toen we een boot wilde regelen hoorden we dat bij buitenlanders altijd politie mee moet ter bescherming. Wij overal nagevraagd of het hier gevaarlijk was en we hadden zelf niet echt het gevoel. De lokalen zeiden ook dat het wel mee viel.
Maar ja laten we ons nu maar goed opstellen. Politie gebeld (erg gebrekkig engels) en gevraagd hoe het zat. De volgende dag zouden we politieescort kunnen krijgen. Maar we wilden graag vandaag gaan varen. Dat kon niet zeiden ze. Jammer maar morgen gaan we weer verder. Wij een bootje op gezocht en heerlijk gaan varen met het bootje over het water. Later bleek net als in vele andere landen, als er iets met een toerist gebeurd dat de hoofd van politie verantwoordelijk is en gelijk ontslagen zou worden. Dan snap je opeens de politie escorte. De volgende dagen zijn we door het trybal gebied gereden met hele mooie kleine dorpjes van 4 of 5 huizen. Een erg mooi bergachtig gebied met veel jungle.
Overal zag je bamboe. Dit werd vaak bij elkaar gebundeld en in de rivier gelegd, en 50 km verder er weer uitgehaald en op vrachtwagens gelegd. Want op de plaatsen waar we reden was de weg erg slecht en konden we voorstellen dat hier geen vrachtwagens kwamen.
Langzaam zijn we terug gegaan naar Chittagong. Hier hebben we bij alle kantoortjes waar we langs moesten voor diverse stempels koffie gedronken en werden we voor Zal hij passen ?? gesteld aan iedereen. Want het was toch wel speciaal wat we deden. Het nam veel tijd in beslag maar was ook wel weer erg leuk. Ons buske ging in de container op een container terrein. Goed vast gebonden aan de binnenkant van de container en planken rond de banden gespijkerd. Want het kon erop zee nog wel eens wild aan toe gaan. En dan wilde ze geen schuifende lading die de container in het water kan laten belanden. En daar zaten wij nou ook niet echt op te wachten.
Deuren op slot en de verzegeling van de douane op de container, en daar stonden we dan, gewoon weer met ons rugzakje.
Hopen dat dit goed gaat en dat we deze container weer terug zien in Singapore.

We hadden s-middags nog een treinticket geregeld om over 2 dagen terug naar Dhaka te reizen. Dan hadden we mooi de tijd om de volgende morgen de officiele papieren van de container op te kunnen halen in Chittagong. Deze papieren krijg je pas krijgen als de container op het schip staat. En met deze formulieren kun je de container dan in een ander land weer ophalen.
Toen werd het puinhoop in het land. Overal stakingen. Alle wegen werden geblokkeerd en de auto’s die reden werden bekogeld met stenen en treinen werden tot stoppen gedwongen en er stond er zelfs 1 in de fik. Er waren al diverse gewonden gevallen en 1 dode. Ze zeiden dat we moesten oppassen op straat omdat bij demonstraties rare dingen konden gebeuren. Eigenlijk wilden we wel weg maar de trein reed niet meer en de bussen ook niet. Dus 1 oplossing het vliegtuig. We wilden een vliegticket boeken toen bleek dat allebei onze visa creditkaarten niet meer werkten. We hadden niet genoeg cash bij ons om de tickets te betalen en de banken waren dicht ivm de staking. Met de andere cirrus bankpassen hadden we de container betaald dus kregen we deze week geen geld meer uit de automaat. Dit was wat minder hoe komen we hier weg zonder geld?. Maar gelukkig zaten we in de bankenbuurt en hebben alle geldautomaten geprobeerd en ééntje gaf ons toch geld met de cirrus kaarten.
We konden de volgende morgen vliegen, maar onze container stond niet op de boot, we kregen geen papieren om de container weer op te halen in Singapore.
Waarschijnlijk werd de container morgen geladen en werd er geregeld dat we  onze papieren in Dhaka konden ophalen. De volgende dag laat in de middag met een vreemd gevoel Chittagong verlaten omdat we niet zeker wisten wat er met die staking gebeurde en met ons buske in de container. Op het vliegveld in Chittagong met veel gedoe ons probleem uitgelegd van ons visum stempeltje. Frank mocht bij hoofd immigratie komen die net aan het spelen was met z’n play station. En die belde zijn baas en van iedereen kregen we de mobiele nummers en namen zodat als we problemen hadden met het verlaten van het land dat de plaatselijk immigratie hun maar moest bellen. Maar ondanks dat moesten we toch proberen het papiertje op te halen met stempel in Dhaka. We hadden gelukkig iets achter de hand.
In Dhaka aangekomen was het helemaal mis. Er waren 20.000 militairen op straat en zeker zoveel agenten en nog een aantal speciale militairen zwaar bewapend en met bivakmutsen op.
Op het vliegveld waren geen taxi’s ivm de staking maar iemand wilde ons tegen een “te” hoog bedrag wel proberen naar een hotel te brengen. Weinig keus en ook de mensen op het vliegveld vonden het bedrag veel te hoog maar we hadden geen keus. Gelukkig ging alles goed en waren er weinig mensen op straat om 23:00 uur.
De volgende dag zijn we naar het hoofdkantoor gegaan van de vervoersmaatschappij van de container en hoorde dat de container niet op het schip stond en dat het nog wel even kon duren. Hoe lang is onbekend dit in verband met de toestanden in het land.
Maar ons vliegtuig naar Singapore zou ‘s-avonds vertrekken, we moesten die papieren hebben, of de container nou wel of niet op de boot stond. Met diverse mensen gesproken en mede dankzij de onrust in het land kregen we bij hoge uitzondering de containerpapieren. Zo dat hadden we in de pocket nu terug naar de immigratiedienst voor ons stempeltje. Gelukkig dankzij de gps konden we het kantoor weer vinden, de ricksja fietser snapte er niks van hoe wij hem de weg konden wijzen en hoe wij wisten dat het nog 952 meter fietsen was.
Bij het kantoor aangekomen zeiden ze eerst dat ze er nog mee bezig waren. Toen waren ze het kwijt, later bleek dat we in de verkeerde rij stonden en zo zijn we 2 uur van het kastje naar de muur gestuurd. Best frustrerend als over 5 uur je vliegtuig gaat en je mag het land niet uit.
Gegevens zoeken Martine is rustig blijven zitten en Frank zag opeens een deur waar iets opstond van geen toegang. Er kwam een man uit de gesloten deur, Frank snel naar binnen. Daar de mensen een beetje op de huid gezeten. Er wilde zelfs nog iemand met hem op de vuist. Na heel wat deuren kwam Frank na 1 uur bij de hoogste baas uit. Een vrouw, die kwaad werd dat dit zo lang moest duren. En stuurde de adjunct directeur. Die stuurde weer iemand anders en weer iemand anders. En toen was Frank het zat. Want we hadden nog 2,5 uur voordat we gingen vliegen en we moesten ook hier 2 uur van te voren op het vliegveld zijn. Volgens ons waren waren ze de goedkeuring met het stempeltje kwijt. Ze hadden wel onze aanvragen gevonden. Dus moesten we het maar opnieuw aanvragen. En morgen terugkomen. Martine zei door de tralies: meneer ons vliegtuig vertrekt over 2 uur.
De man begon te schreeuwen dat we uit het gebouw moesten. Nu werd het weer leuk. Frank nog steeds op verboden terrein opende een map en begon onze aanvragen eruit te halen.
Nu was de stress bij iedereen compleet. Maar ja we wilden toch graag het land uit dus je moet iets. De spullen werden bij Frank uit z’n handen gehaald en de baas kwam erbij.
We kregen een formulier met de handtekening van de baas en we moesten onze gegevens invullen en dan zouden we nog wat stempels krijgen en moesten er nog wat kopieen gemaakt worden en dan moest het goed zijn. Ondertussen hadden we nog 1,5 uur voordat het vliegtuig vertrok. Onze gegevens ingevuld bleek dat de man die moest stempelen en kopieeren net pauze had en we moesten over een uurtje maar terug komen. Frank was het zat pakte alle papieren van de tafel en verliet de ruimte. Diverse mensen begonnen te schreeuwen en kwamen achter ons aan. Martine liep gelukkig snel mee de trap af en voordat ze de bewaking bij de poort hadden gebeld waren we door de poort heen.
Zo nu maar kijken wat de doaune zegt op het vliegveld.
En jullie maar denken dat we op vakantie zijn en de hele dag op het strand liggen!!! Snel naar het vliegveld en heel rustig naar een man van de douane gegaan. Leuk gepraat zoals altijd over voetbal en de man zijn kinderen. Veel aandacht had hij niet voor de paspoorten en hij zette de exitstempels en we mochten het land uit. Waarschijnlijk heeft hij het niet gezien dat er iets mis was.
We waren aan 1 kant erg blij dat we aan de andere kant van de douane stonden en aan de andere kant was het heel vreemd omdat we niet wisten hoe en wat met ons buske.
Dus met zeer gemengde gevoelens het vliegtuig ingestapt. Zien we ons buske ooit terug???
Ook wel weer blij want we waren het geregel en viezigheid wel een beetje zat. Op naar de geregelde landen en witte stranden van ZUID OOST AZIE.

Natuurlijk nog een spreuk om mee te nemen die we onderweg tegen kwamen:

If you travel and forget your trouble, your pleasure will be double.



Klik hier voor de foto's